Literatuur
1932
- Registervermelding MOU: "Geldersche IJssel", in: Maandblad Oud-Utrecht, 1932, blz. 39.
1949
- Bergh, L. Ph. C. van den & A.A. Beekman & H.J. Moerman, Handboek der Middelnederlandse Geographie. 's-Gravenhage (Nijhoff), 19493e druk. [313 blz. ISBN -]. Hierin "Isla, Hisla, Isala, IJsola, IJsel (Gelderse IJsel)": blz. 85-88
1951
- Hettema, H., De Nederlandse wateren en plaatsen in de Romeinse tijd. 's-Gravenhage (Nijhoff), 1951. [347 blz. ISBN -].
1994
- Es, W.A. & W.A.M. Hessing (red.), Romeinen, Friezen, Franken in het hart van Nederland. Van Trajectum tot Dorestad 50 v.C. - 900 n.C. Utrecht (Matrijs), Amersfoort (ROB), 1994cop.2e druk/(1e druk: 1994). [264 blz. ISBN 90.5345.049.1].
2002
- Petersen, J.W. van, Reizen is tol betalen. De verkeersontwikkeling in en om het gebied van Rijn en IJssel tot de Bataafse omwenteling van 1795. Aalten (Fagus), 2002cop. [839 blz. ISBN 90.70017.63.6]. Hierin "IJssel": blz. 418-423
2024
- "Prehistorisch rivieren", in de rubriek 'In kort bestek'. In: Tijdschrift van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, 2024 - nr 1, blz. 3
("Op nieuwe magnetometrische opnamen van de bodem van het IJsselmeer zijn oeverwallen en riviergeulen zichtbaar. [...]
In de nieuwe steentijd, van 5300 tot 2200 voor onze jaartelling, kunnen er mensen op deze wallen gewoond hebben. Het lijken voortzettingen te zijn van de Overijsselse Vecht
en de Proto-IJssel of Gunnepe. Verrassend genoeg liepen deze rivieren anders dan gedacht. De Vecht stroomde bij Urk naar het zuidwesten en de Gunnepe sloot daarbij aan. [...]"
18-19 ("Veeneikkunst. Pas tussen de vierde en de zevende eeuw is de IJssel van zuid naar noord gaan stromen. Dat blijkt uit de ontwikkeling van een eikenbos
dat in die jaren rond het huidige Zwolle stond. Voor die tijd werd het water van het afzonderlijke zuidelijke deel van de rivier naar de Rijn afgevoerd.
Een doorbraak tussen de noordelijke en zuidelijke stroom zorgde ervoor dat ineens water uit de Rijn door de rivier naar het noorden bewoog. [...]")